Het is al Jacobus wat de klok slaat in de Codex Calixtinus. Dit beroemde twaalfde-eeuwse manuscript wordt bewaard te Santiago de Compostela. Het boek – ook bekend onder de naam ‘Liber Sancti Jacobi’ – werd gemaakt rond 1140 en bevat naast mirakelbeschrijvingen, aanwijzingen voor de pelgrim en een beschrijving van de Spaanse veldtocht van Karel de Grote ook nogal wat liturgische muziek voor de feesten ter ere van Jacobus de Meerdere. Plaatselijke overheden deden er in de twaalfde eeuw alles aan om het graf van de Heilige Jacobus te Compostela als bedevaartsoord te promoten. Daartoe behoorde ook het ‘importeren’ vanuit Frankrijk van het nieuwste van het nieuwste op muzikaal vlak: de gesofisticeerde twee- en driestemmigheid van organum en conductus.
De acht zangeressen van Psallentes gaan met het gregoriaans en de meerstemmigheid uit de Codex Calixtinus aan de slag om de apostel Jacobus de rijke muzikale eer te bewijzen die hem volgens het manuscript toekomt. Van het eenvoudige ‘Psallat chorus celestium’, over het intieme ‘Clemens servulorum’, tot het uitbundige ‘Dum pater familias’ (dat meteen als ezelsbrugje dienst doet om de Latijnse naamvallen te onthouden): alle middelen zijn goed om met puur vocaal vrouwenwerk de pelgrim naar Compostela te belonen. Hij/zij keert tevreden terug…
Leave a Reply