De Duitse benedictijnse abdis Hildegard van Bingen (1098-1179) was in haar tijd al bekend omwille van haar visies en visioenen. Hildegard correspondeerde ook met de groten van haar tijd, en was daarmee een zeer invloedrijke vrouw. Daarenboven heeft de abdis haar eigen teksten van muziek voorzien. Dat levert een gregoriaans op dat sterk geworteld is in de universele traditie, maar toch opvalt omwille van een grote toonomvang en rijke melismen.
Vijfenzeventig gezangen zijn ons van Hildegard overgeleverd, met als belangrijkste bron een twaalfde-eeuws handschrift dat bewaard wordt te Dendermonde (Sint-Pieters & Paulus Abdij, Ms Cod. 9).
Uit dit handschrift kozen de zangeressen van Psallentes voor een reeks gezangen ter ere van de heilige Ursula, waarvan door middel van antifonen (‘O rubor sanguinis’), responsoria, een sequentia en een hymne (het opzwepende ‘Cum vox sanguinis’) een krachtige evocatie uitgebouwd wordt. Een intens gebeuren, waarin eensgezind en met toenemend engagement de lotgevallen van Ursula en haar reisgezellinen bezongen worden.
Ursula was volgens de legende een koningsdochter die niet wilde trouwen voor ze een bedevaart naar Rome had gemaakt. Samen met de 11.000 maagden die haar vergezelden werd ze (nog steeds volgens de legende) in de buurt van Keulen vermoord.
Bezetting: 8 tot 11 zangeressen
Duur: ca. 60 minuten zonder pauze
Programma: Vijf antifonen, twee responsoria, een sequentia en een hymne voor het feest van de Heilige Ursula en de elfduizend maagden.
Bron: Dendermonde, Sint-Pieters & Paulus Abdij, Ms Cod. 9
Leave a Reply