Er zijn een honderdtal chansons overgeleverd, die allemaal uit het noorden van Frankrijk afkomstig zijn en bijna allemaal uit de 12de eeuw. Bijna allemaal, en dat is wel van belang: daar in het noorden hadden schrijvers die zich van de Langue d’oil bedienden al vanaf de tiende eeuw dergelijke chansons geschreven. De vorm ervan ging al snel vastliggen. Verzen van tien lettergrepen gegroepeerd in een ‘stanza’, of ‘laisse’. Deze stanza’s waren van ongelijke lengte, volgens wat er nodig was om het verhaal goed gestructureerd en met oog voor dramatiek te vertellen. In enkele van deze gedichten was er nog een kleine subtiliteit aanwezig, namelijk dat een stanza telkens afgesloten werd met een korter vers (dus van minder dan tien lettergrepen).
Volgens de 13de-eeuwse muziektheoreticus Johannes de Grocheio is de chanson de geste uitgevonden door een zekere Girade de Viana – een verder geheel onbekend persoon. Voorts schrijft hij:
Het aantal verzen in een cantu gestuali is onbepaald, maar is afhankelijk van de hoeveelheid aan materiaal en de wil van de componist. Ook moet dezelfde melodie herhaald worden in al de verzen.
Dit principe van herhaling van een eenvoudige melodische lijn moet de uitvoerder geholpen hebben het stuk te memoriseren. Misschien daarom dat er geen enkele chanson de geste bekend is waarvan we ook de muziek kennen. Althans niet rechtstreeks. In Le jeu de Robin et de Marion van de trouvère Adam de la Halle (zie aflevering 22) wordt door het personage Raimberge een laisse uit zo’n chanson de geste geciteerd, waardoor we alvast dat materiaal hebben. Een ander citaat vinden we in de Bataille d’Annecin van Thomas de Bailleul. Op basis van deze twee muzikale bronnen is het met wat verbeelding en creativiteit best mogelijk een chanson de geste te reconstrueren.
Het beroemdste voorbeeld van een chanson de geste is de Chanson de Roland – het Roelandslied. Het wordt aan een zekerer Turold toegeschreven, maar dat is alleen op basis van de laatste regel van het gedicht, waar staat: ‘ci fait la geste que Turoldus declinet’. Het gedicht bevat niet minder dan 300 laisses. Afhankelijk van de versie (het werd naderhand nog uitgebreid) bevat het 4000 tot 9000 verzen.
Hendrik Vanden Abeele voor Amarant.
Hou de programmatie van Amarant in het oog: op 25 september 2013 is te Leuven een tiendelige cursus over de muziekgeschiedenis begonnen, een jaar later (dus september 2014) begint diezelfde reeks te Aalst.
Deze tekst mag vrij gebruikt worden, wel graag de bron vermelden.
Leave a Reply